De uitzonderingsbepaling voor broeikasgasinstallaties voor de gebouwde omgeving in het wetsvoorstel Wet CO2-heffing industrie (35575) wordt ruimer geformuleerd. Dit staat in de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel die door staatssecretaris Vijlbrief van Financiën naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Broeikasgasinstallaties voor de gebouwde omgeving die enkele beperkte, bijkomstige activiteiten hebben die niet vallen onder het verwarmen of koelen van ruimten van gebouwen of locaties, blijven door de ruimere formulering buiten de heffing. Bij broeikasgasinstallaties voor de gebouwde omgeving gaat het om bijvoorbeeld installaties die worden gebruikt voor het verwarmen of koelen van ruimtes in ziekenhuizen, universiteiten, luchthavens of veilinghallen.

Verder herstelt de tweede nota van wijziging enige omissies. Ook wordt verduidelijkt wat onder een historisch industrieel emissieverslag moet worden verstaan. Afvalverbrandingsinstallaties en lachgasinstallaties moeten eenmalig een historisch industrieel emissieverslag indienen voor het vaststellen van het historisch activiteitenniveau ten behoeve van de bepaling van het aantal dispensatierechten.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2020

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 11 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen