Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de aan de broer afgegeven machtiging zodanig ruim is dat de broer namens de heer X de vaststellingsovereenkomst mocht sluiten. De machtiging bevat namelijk de zinsnede 'in te keren voor de periode die hiervoor nodig is'.

Belanghebbende, de heer X, heeft een broer, die in 2009 mede namens X een beroep doet op de inkeerregeling. Volgens de broer is hij vanaf 2005 gerechtigd tot de helft van het saldo van een Belgische bankrekening. De rekening staat op naam van X. Het vermogen zou zijn ontstaan door schenkingen van hun ouders, die tot de rijkste families van Nederland behoren. De inspecteur stelt echter dat de broer geen volledige openheid van zaken geeft. Later komt de broer vergeefs terug op zijn inkeerverzoek (zie Hof Arnhem-Leeuwarden, nr. 16/00620). In geschil is een groot aantal IB- en VB-navorderingsaanslagen. De aanslagen zijn deels opgelegd met behulp van de verlengde navorderingstermijn. Volgens Rechtbank Gelderland zijn de aanslagen voortvarend opgelegd. In hoger beroep stelt X onder meer dat zijn broer namens hem geen vaststellingsovereenkomst mocht sluiten, waarin akkoord is gegaan met het overschrijden van de aanslagtermijnen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aan de broer afgegeven machtiging zodanig ruim is dat de broer namens X de vaststellingsovereenkomst mocht sluiten. De machtiging bevat namelijk de zinsnede 'in te keren voor de periode die hiervoor nodig is' en het akkoord over de aanslagtermijnen is zeer nauw verbonden met het inkeerproces. X is dus gebonden aan de vaststellingsovereenkomst. De navorderingsaanslag over 2009 wordt vernietigd, aangezien X op correcte wijze aangifte had gedaan en de primitieve aanslag is opgelegd nadat het inkeerverzoek was ingediend. De inspecteur heeft voor dat jaar dus geen nieuw feit (zie HR 6 november 2015, nr. 14/02920, V-N 2015/57.8). De overige aanslagen zijn wel terecht. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 500. Het beroep van X is deels gegrond.

N.B.

Het hof heeft op 1 november 2016 een hersteluitspraak gedaan, aangezien uit rechtsoverweging 4.20 van de onderhavige uitspraak niet goed zou blijken dat de aanslag over 2009 wordt vernietigd.

Lees ook het thema De inkeerregeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen