Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Nederlandse praktijk niet in strijd met het EU-recht is. De Btw-richtlijn staat namelijk uitdrukkelijk toe om de levering van alcoholhoudende drank in het kader van een restaurantdienst van het verlaagde tarief uit te sluiten.

X vof exploiteert een restaurant. In geschil is of het verlaagde btw-tarief van toepassing is op de maaltijden die X vof serveert. Volgens de inspecteur is namelijk het algemene tarief van toepassing. Volgens X vof is het verlaagde tarief ook van toepassing op de alcoholhoudende dranken, omdat het verstrekken van de alcoholhoudende dranken als bijkomend bij de hoofddienst (de maaltijd) moet worden beschouwd. Verder stelt X vof dat uitsluiting van het verlaagde tarief voor alcoholhoudende dranken alleen mogelijk is als ze geen deel uitmaken van een onsplitsbare prestatie.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Nederlandse praktijk niet in strijd met het EU-recht is. De rechtbank overweegt hierbij dat de Btw-richtlijn uitdrukkelijk toestaat om in het kader van één restaurantdienst twee verschillende btw-tarieven te hanteren, en de levering van alcoholhoudende drank in het kader van die dienst van het verlaagde tarief uit te sluiten. Volgens de rechtbank is de regeling in de Nederlandse wet dan ook in overeenstemming met hetgeen krachtens de Btw-richtlijn is geoorloofd, ook al is de uitsluiting in de Nederlandse wet iets anders geformuleerd dan in de Btw-richtlijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 23 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen