Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het niet aannemelijk is dat alle verklaringen van de heer X over het geschonken familievermogen in het buitenland en de wens tot inkeer, slechts betrekking hadden op zijn broer.

Belanghebbende, de heer X, doet in 2009 mede namens zijn broer een beroep op de inkeerregeling. Volgens X is hij vanaf 2005 gerechtigd tot de helft van het saldo van een Belgische bankrekening. De rekening staat op naam van zijn broer. Het vermogen zou zijn ontstaan door schenkingen van hun ouders, die tot de rijkste families van Nederland behoren. De inspecteur stelt echter dat X geen volledige openheid van zaken geeft. In geschil is een groot aantal IB- en VB-navorderingsaanslagen. De aanslagen zijn deels opgelegd met behulp van de verlengde navorderingstermijn. Volgens Rechtbank Gelderland zijn de aanslagen voortvarend opgelegd. In hoger beroep trekt X de verklaring in dat hij voor de helft gerechtigd is tot de rekening van zijn broer. De inspecteur trekt hieruit de conclusie dat X kennelijk over een eigen rekening met een gelijk saldo beschikt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het niet aannemelijk is dat alle verklaringen van X over het geschonken vermogen in het buitenland en de wens tot inkeer, slechts betrekking hadden op zijn broer. Het is aannemelijk dat X over tegoeden in het buitenland beschikt en dat het geschonken familiekapitaal in gelijke delen bij hem en zijn broer terecht is gekomen. X heeft niet de vereiste aangiften gedaan, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De 'robuuste' schattingen van de inspecteur zijn voorts redelijk. De aanslagen zijn voortvarend opgelegd, ook al heeft de inspecteur onder meer een vergeefse poging gedaan om zelf informatie uit België te krijgen. Het mediationtraject om tot een minnelijke oplossing te komen, leidt niet tot (verdere) overschrijding van de redelijke termijn (zie HR 19 februari 2016, nr. 14/03907, V-N 2016/13.4). X krijgt een immateriële schadevergoeding van € 500. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.

Lees ook het thema De inkeerregeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen