Parkring 14‑16 Immobilienverwaltung GmbH deelt, een paar maanden na de aanvang van een project van € 5,4 mln, aan rhtb: projekt gmbh mee dat zij niet meer wil dat rhtb het project verder uitvoert. De Oostenrijkse rechter oordeelt dat rhtb recht heeft op de volledige overeengekomen vergoeding, maar twijfelt of het verschuldigde bedrag voor de BTW-heffing wel moet worden beschouwd als een bezoldiging. De Oostenrijkse rechter stelt daarom een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de vergoeding die rhtb ontvangt moet worden beschouwd als een vergoeding voor een dienst die onder bezwarende titel is verricht. Rhtb was namelijk begonnen met de uitvoering van de ontbonden dienst en was bereid om deze te voltooien. Het Hof van Justitie EU overweegt daarbij dat het aan rhtb verschuldigde bedrag gelijk is aan het bedrag dat contractueel overeengekomen is voor de volledige uitvoering van de dienst. Dit bedrag kan dan niet worden beschouwd als een forfaitaire vergoeding voor de compensatie van geleden schade.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht
Editie: 2 december
Informatiesoort: VN Vandaag