Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een onroerende zaak met een oppervlakte van 72.219 m² bestaande uit zes vrijstaande hoofdonderdelen en een aantal kleinere opstallen en gebouwde eigendommen zoals gasverdeelstations en tanks. Op 20 april 2010 komt X bv met een koper overeen het object te verkopen voor € 7.900.000 waarbij de levering gefaseerd zal plaatsvinden. De eerste levering en betaling vindt plaats op 22 december 2010. In geschil is de WOZ-waarde 2010 van het geheel die (na bezwaar) € 15.760.000 bedraagt. De heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg stelt dat de verkoopprijs buiten beschouwing moet worden gelaten omdat de koper na de aankoop een deel van het object met veel winst heeft doorverkocht.
Rechtbank Breda acht de gerealiseerde verkoopprijs bepalend bij het vaststellen van de WOZ-waarde ondanks het feit dat de koper een deel van de onroerende zaak spoedig met veel winst heeft doorverkocht. De rechtbank overweegt dat X bv en de koper onafhankelijk van elkaar zijn en dat beide partijen ieder voor zichzelf streven naar een maximale opbrengst. Het feit dat X bv ervoor heeft gekozen het object in zijn geheel te verkopen, terwijl de koper, een beheerder of handelaar in onroerende zaken, heeft besloten het object in gedeelten te verkopen, betekent niet dat de op 20 april 2010 gerealiseerde verkoopprijs lager was dan de waarde in het economische verkeer voor het geheel. De rechtbank past wel een correctie toe op de verkoopprijs omdat een aantal tanks afzonderlijk zijn verkocht. De rechtbank besluit de WOZ-waarde vast te stellen op € 8.000.000. Het beroep van X bv is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Breda