Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur met de door hem overgelegde stukken en berekeningen de verkrijgingsprijs van negatief € 81.340 aannemelijk maakt. Het eigen vermogen bedraagt negatief € 66.223 en de afrondingscreditering € 15.117.

X brengt zijn IB-onderneming in 2012 geruisloos in een bv in. De bv is op 30 september 2016 opgehouden te bestaan. In zijn IB-aangifte neemt X een verlies van € 192.000 op in verband met de verkrijgingsprijs van de aandelen. De inspecteur corrigeert de aangifte. Hij komt uit op een verkrijgingsprijs van negatief € 81.340.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur met de door hem overgelegde stukken en berekeningen de verkrijgingsprijs van negatief € 81.340 aannemelijk maakt. Het eigen vermogen volgens de slotbalans van de eenmanszaak bedraagt namelijk negatief € 66.223 en de afrondingscreditering € 15.117. Daarbij verwerpt de rechtbank het beroep van X op door de inspecteur gewekt vertrouwen. Uit de gedingstukken is niet af te leiden dat de inspecteur bij het boekenonderzoek VPB en BTW bij de bv een bewust en weloverwogen standpunt heeft ingenomen over de verkrijgingsprijs van de aandelen zoals X die voorstaat. Het gelijk is aan de inspecteur.

Lees ook het thema Omzetting: van IB-onderneming naar bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.65

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 juli

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen