X verzorgt de boekhouding van twee kleine ondernemingen en de belastingformulieren voor 10 tot 15 particulieren. In het jaar 2010 ontvangt X hiervoor € 897. X heeft daarnaast de persoonlijke zorg voor zijn echtgenote op zich genomen. De echtgenote is zorgbehoevend en ontvangt daarvoor een persoonsgebonden budget. Een deel van de inkomsten uit het persoonsgebonden budget heeft X opgegeven als winst uit onderneming. In de aangifte heeft X een bedrag van negatief € 9.475 als winst uit onderneming opgegeven. De inspecteur corrigeert de aangifte omdat er, onder andere, geen sprake is van ondernemerschap. Het ondernemingsverlies wordt niet geaccepteerd. Daarnaast zijn inkomsten vanwege de persoonlijke zorg bijgeteld en aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. X komt in beroep. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant zijn de werkzaamheden die bestaan uit het verlenen van zorg op het administratieve vlak en de persoonlijke verzorging te verschillend van aard om al deze werkzaamheden tot één onderneming te rekenen. De werkzaamheden moeten daarom afzonderlijk worden beoordeeld voor de beantwoording van de vraag of de daarmee behaalde voordelen kunnen worden aangemerkt als winst uit onderneming. De rechtbank is van mening dat de inkomsten uit beide soorten werkzaamheden geen ondernemingsactiviteiten vormen maar behoren tot het resultaat uit overige werkzaamheden. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 24 februari