Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting die de gemeente Zwolle hem heeft opgelegd.
Hof Arnhem-Leeuwarden acht aannemelijk dat X de verschuldigde parkeerbelasting heeft voldaan ondanks het ontbreken van een zichtbaar parkeerkaartje in de auto. X herhaalt in hoger beroep zijn reeds in bezwaar en beroep aangevoerde betoog dat hij in Zwolle moest zijn voor zijn werk, hij met muntgeld een parkeerkaartje heeft gekocht bij de parkeerautomaat, dit parkeerkaartje vervolgens heeft neergelegd op het dashboard van zijn auto aan de bestuurderszijde, hij vervolgens is uitgestapt en naar het portier van de bijrijderszijde is gelopen, dit portier heeft geopend, zijn laptop heeft gepakt en het portier vervolgens weer heeft dichtgedaan. Bij terugkomst bij de auto heeft hij het parkeerkaartje aangetroffen op de vloer van de auto aan de bestuurderszijde. Kennelijk is, aldus X, het parkeerkaartje door het dichtslaan van het portier aan de bijrijderszijde van het dashboard gewaaid. Verder stelt X dat hij geen reden heeft om de parkeerbelasting niet te betalen, nu hij de parkeerbelasting vergoed krijgt van zijn werkgever. X heeft met het overleggen van het parkeerkaartje en zijn geloofwaardige en consistente relaas ter zitting aannemelijk gemaakt dat hij de verschuldigde parkeerbelasting heeft betaald, aldus het hof. De naheffingsaanslag parkeerbelasting is dan ook ten onrechte aan X opgelegd (vgl. HR 11 januari 2008, nr. 41.262, V-N 2008/6.23).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 augustus