Rechtbank Rotterdam overweegt dat de heffingsambtenaar, in het licht van de veranderende maatschappij, de plicht had de op de zaak betrekking hebbende stukken toe te zenden.

Belanghebbende komt op tegen de WOZ-waarde. Met de gemachtigde van belanghebbende zijn werkafspraken gemaakt voor de afhandeling van bezwaarschriften. Een van de afspraken is dat het bezwaarschrift en alle op de zaak betrekking hebben stukken vanaf 10 dagen voorafgaand aan de hoorzitting ter inzage liggen op het kantoor van de Regionale Belastingen Groep. De gemachtigde dient, indien hij inzage wenst in deze stukken, contact op te nemen met een contactpersoon.

Rechtbank Rotterdam overweegt dat de heffingsambtenaar in het licht van de veranderende maatschappij, die vanwege corona op het digitale vlak in een stroomversnelling is geraakt, de plicht had de op de zaak betrekking hebbende stukken toe te zenden. Art. 7:4 Awb verplicht hier niet altijd toe, maar in deze omstandigheden moet het wel. Dat er werkafspraken zijn gemaakt tussen de gemachtigde en de heffingsambtenaar, maakt niet dat de heffingsambtenaar kon afzien van de toezending.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 3 februari

41

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen