De Hoge Raad verruimt, bij wijze van uitzondering, de rechtsbescherming voor een gefailleerde belastingplichtige.

X bv is in staat van faillissement verklaard. De curatoren krijgen van de rechter-commissaris (hierna: r-c) een machtiging om beroepsprocedures tegen aanslagen dividendbelasting van X bv over te nemen en in te trekken. X bv en haar bestuurder gaan tegen deze machtiging in hoger beroep. De rechtbank verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. Volgens de rechtbank komt het recht van hoger beroep van art. 67 Fw uitsluitend toe aan een partij bij de beschikking, te weten degene die het verzoek aan de r-c heeft gedaan en degene tot wie de beschikking is gericht. In dit geval zijn dat de curatoren. X bv en haar bestuurder komen in cassatie.

Volgens de Hoge Raad moet de gefailleerde belastingplichtige de mogelijkheid hebben om op te komen tegen een beschikking van de r-c waarbij aan de curator toestemming wordt verleend om een door de belastingplichtige ingestelde bestuursrechtelijke procedure over een belastingaanslag over te nemen en in te trekken. Een behoorlijke rechtsbescherming breng dan ook mee dat die beschikking voor de gefailleerde belastingplichtige bij wijze van uitzondering op de voet van artikel 67 Fw voor hoger beroep vatbaar is. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de rechtbank en verwijst het geding naar Hof 's-Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Insolventierecht

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)

Editie: 23 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen