Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht een VAR-loon aan X heeft afgegeven. X kan namelijk, op grond van de van toepassing zijnde regelgeving, de zorg niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico aan de afnemers ervan aanbieden.

Belanghebbende, X, verleent verpleegkundige zorg aan cliënten (AWBZ-zorg in natura). X verricht de werkzaamheden via A bv, een 100% dochter van stichting Z, een toegelaten zorginstelling. Voor de jaren 2010-2013 zijn VAR-WUO's aan X afgegeven. De VAR-WUO 2013 wordt in oktober 2013, naar aanleiding van een controleonderzoek bij A bv, herzien in een VAR-loon. Ook voor 2014 vraagt X weer een VAR-WUO aan. De inspecteur geeft echter een VAR-loon af. X is het hier niet mee eens.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht een VAR-loon aan X heeft afgegeven. Volgens de rechtbank kan X namelijk, op grond van de van toepassing zijnde regelgeving, de zorg niet onder eigen naam, voor eigen verantwoordelijkheid en voor eigen risico aan de afnemers ervan aanbieden. Verder stelt de rechtbank vast dat X geen debiteurenrisico loopt. Voor de onderhavige AWBZ-zorg in natura is namelijk op voorhand een budget, waaruit X wordt betaald, beschikbaar gesteld. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 29 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen