Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur zich bij de berekeningen over de investeringen en de stand van de HIR heeft gebaseerd op gegevens uit de administratie van X. X maakt niet aannemelijk dat de schatting van de inspecteur onjuist is.

X exploiteert een kermisbedrijf. In 2005 verkoopt hij een reuzenrad, waarbij hij een boekwinst realiseert van € 685.000. Eind 2008 verzoekt X om verlenging van de investeringstermijn, omdat hij bezig is met de aankoop van een achtbaan. De HIR bedraagt op dat moment nog € 300.000. De inspecteur is van mening dat in 2008 € 110.000 moet vrijvallen (€ 300.000 -/- € 190.000, de boekwaarde van het reuzenrad), en legt ambtshalve een aanslag op. X is het hier niet mee eens en stelt dat slechts € 3093 van de HIR moet vrijvallen. In beroep vermindert de inspecteur de vrijval naar € 62.681. Rechtbank Gelderland volgt de inspecteur. In hoger beroep wijst de inspecteur er op dat een bedrag van € 47.756 betrekking heeft op een toevoeging aan de HIR in 2008. De HIR moet dan met € 14.925 (€ 62.681 -/- € 47.756) vrij vallen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur zich bij de berekeningen over de investeringen en de stand van de HIR heeft gebaseerd op gegevens uit de administratie van X. Volgens het hof heeft X dan niet met de door hem overgelegde gegevens aannemelijk gemaakt dat de schatting van de inspecteur onjuist is. Verder merkt het hof nog op dat enkele door X genoemde investeringen betrekking hebben op investeringen die zijn gedaan door een vennootschap van X. Het hof volgt de berekening van de inspecteur en vermindert de IB-aanslag.

 

Lees ook het thema Herinvesteringsreserve: onbelaste boekwinst voor herinvesteren in nieuwe bedrijfsmiddelen

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.54

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen