Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een brief van de gemeente bij een parkeerder voor verwarring heeft gezorgd over de bezwaartermijn. In de brief, die de parkeerder lopende de bezwaartermijn heeft gekregen, staat dat binnen zes weken na de datum van uitreiking bezwaar kan worden gemaakt. Uit de brief wordt echter niet duidelijk of hiermee wordt bedoeld de datum van de brief zelf of de datum van het aanslagbiljet. 

X parkeert zijn auto op 11 juli 2010 in de gemeente Veere op een parkeerplaats waar parkeerbelasting betaald moet worden. De heffingsambtenaar van de gemeente legt hem een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. In geschil is de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift dat op 31 augustus 2010 bij de gemeente binnenkomt. X wijst op een brief (in de Duitse taal) van de gemeente van 20 augustus 2010 waarin staat dat hij ‘innerhalb von 6 Wochen nach Ausstellungsdatum' bezwaar kan maken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een brief van de gemeente bij X verwarring heeft gewekt over de bezwaartermijn. Lopende de bezwaartermijn heeft X een brief gekregen waarin (vertaald vanuit het Duits) staat dat hij binnen zes weken na de datum van uitreiking bezwaar kon aantekenen. Uit de brief wordt echter niet duidelijk of met datum van uitreiking wordt bedoeld de datum van de brief zelf of de datum van het aanslagbiljet. Gelet op deze verwarring en de twijfel die er bestaat of X de naheffingsaanslag wel op de auto heeft aangetroffen, is de termijnoverschrijding verschoonbaar. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en draagt de gemeente op om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

1

Gerelateerde artikelen