Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen voorziening kan vormen voor de jubileumuitkering. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitgaven van de jubileumactie aan de periode voorafgaande aan 31 december 2015 kunnen worden toegerekend.

In het kader van een jubileum besluit de directie van verzekeraar X in 2015 om in het jubileumjaar 2016 een bedrag per verzekerde uit te keren. In december 2015 wordt dit plan goedgekeurd door de Raad van Commissarissen van X. De jubileumuitkering wordt in mei 2016 betaald. X wil in verband met de uitkering in 2015 een bedrag van € 11,9 mln als buitengewone last in aanmerking nemen. Zij boekt daarvoor een passiefpost op haar balans. De inspecteur accepteert de buitengewone last niet, omdat er ultimo 2015 geen sprake is van een juridisch afdwingbare verplichting. Daarnaast kan X volgens de inspecteur geen voorziening vormen in verband met de jubileumuitkering.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen voorziening kan vormen voor de jubileumuitkering. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat de uitgaven van de jubileumactie aan de periode voorafgaande aan 31 december 2015 kunnen worden toegerekend. De actie houdt namelijk verband met het jubileum in 2016 en alleen degenen die in 2016 verzekerd zijn komen in aanmerking voor de betaling van het bedrag. Er is niet voldaan aan de voorwaarden van het Baksteen-arrest. Omdat het besluit van de RvC niet extern kenbaar is gemaakt vóór de balansdatum, is ook geen sprake van een juridisch afdwingbare verplichting. Ultimo 2015 is alleen nog maar sprake van een intern besluit waaraan de leden/verzekeringsnemers geen rechtens afdwingbare rechten kunnen ontlenen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen