Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het verzoek tot middelingsteruggaaf terecht is afgewezen omdat het belastbare inkomen uit werk en woning in alle drie de jaren nihil is.
X doet een verzoek tot middelingsteruggaaf over de jaren 2011 tot en met 2013. Zijn belastbare inkomens over deze jaren zijn, na verliesverrekening, vastgesteld op nihil.
De inspecteur wijst het verzoek bij beschikking af. Ook het bezwaar hiertegen wijst hij bij uitspraak op bezwaar af. In geschil is of de inspecteur dit verzoek om een middelingsteruggaaf terecht heeft afgewezen.
Hof Arnhem-Leeuwarden sluit zich aan bij de uitspraak van de rechtbank en stelt dat het verzoek tot middeling terecht is afgewezen. Op grond van art. 3.154 Wet IB geldt voor de berekening van een middelingsteruggaaf als uitgangspunt de te betalen belasting op werk en woning in ieder kalenderjaar. Voor X is de te betalen belasting nihil omdat de inspecteur terecht zijn ondernemingsverliezen in deze jaren heeft verrekend. Aanvullend oordeelt het hof dat X geen recht heeft op een immateriële schadevergoeding, omdat de tweejaarstermijn in zowel de bezwaar- als de beroepsfase niet is overschreden.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.150
Wet inkomstenbelasting 2001 3.148
Wet inkomstenbelasting 2001 3.154
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 juni