Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de aanvraag van de heer X voor automatische incasso van de MRB geen betrekking heeft op reeds bestaande tijdvakken.

X is vanaf 21 juni 2019 houder van een auto. Binnen enkele dagen geeft hij een machtiging af voor automatische incasso van de MRB. Voor het eerste heffingstijdvak van 21 juni 2019 tot en met 19 augustus 2019 stuurt de inspecteur X op 5 juli 2019 een factuur van € 75. X stelt deze niet te hebben ontvangen. Op 22 augustus 2019 bevestigt de inspecteur de ontvangst van de machtiging voor automatische incasso. In geschil is of bij de naheffing op 18 september 2019 van € 75 terecht een verzuimboete van € 52 is opgelegd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de aanvraag voor automatische incasso geen betrekking heeft op reeds bestaande tijdvakken. Het eerste tijdvak is begonnen bij de tenaamstelling en dus vóórdat de machtiging door X is afgegeven. X heeft nagelaten te checken of de incasso goed is gegaan, zodat dit voor zijn rekening komt. De inspecteur maakt aannemelijk dat de factuur wel aan X is verzonden. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 15

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 4c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 28 oktober

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen