Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan door de IB-aangifte van de heer X niet te onderzoeken.

X trekt in zijn IB-aangiften over 2012 tot en met 2014 met succes zorgkosten af. Begin 2015 start de Belastingdienst een onderzoek bij diverse adviseurs, waaronder (het kantoor van) de gemachtigde van X, die opvielen door het hoge percentage aangiften met zorgkosten (zie Hof Amsterdam 28 mei 2020, 19/01271, V-N 2020/39.18.21). In geschil is de navordering over 2012 tot en met 2014. De primitieve aanslag over 2014 is op 6 april 2016 opgelegd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan door de aangifte over 2014 niet voorafgaand aan het opleggen van de primitieve aanslag te onderzoeken. De systematische werkwijze, waardoor de aanslag over 2014 niet meer gewijzigd kon worden of niet meer werd uitgeworpen vanwege het ingestelde onderzoek, komt voor rekening en risico van de inspecteur. X maakt voor de andere jaren aannemelijk dat terecht aftrek van dieetkosten is geclaimd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X ook een immateriële schadevergoeding van € 1000. De proceskostenvergoeding wordt vastgesteld op € 1572.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 28 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen