Hof Arnhem-Leeuwarden handhaaft de aan X opgelegde verzuimboete omdat hij zijn aangifte ib/pvv te laat heeft ingediend. Aannemelijk is dat X een aanmaning heeft ontvangen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X dient zijn aangifte ib/pvv 2015, ondanks herinneringen, niet op tijd in. Bij de aanslag ib/pvv 2015 wordt daarom een verzuimboete van € 369 opgelegd. Volgens X moet de boete vervallen omdat hij geen aanmaning heeft ontvangen.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2019/1182) beslist dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat op naam van X in het computersysteem van de Belastingdienst een aanmaning is aangemaakt. Deze aanmaning is op papier afgedrukt en per post verzonden naar het woonadres van X. Hieraan kan het vermoeden worden ontleend dat de aanmaning ook op het adres van X is ontvangen of aangeboden. X heeft dit vermoeden niet ontzenuwd. Ook zijn er geen aanwijzingen dat er storingen zijn geweest in de postbezorging. Andere post van de inspecteur heeft X wel bereikt. De inspecteur kon X een verzuimboete opleggen. Volgens het hof is de hoogte van de verzuimboete passend en geboden. X heeft namelijk ook in eerdere jaren te laat aangifte gedaan. De door X gestelde gezondheids- en stressproblemen zijn geen reden om de boete te verminderen. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 23 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen