Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de lidstaat die het scheepsregister bijhoudt waarin het schip is ingeschreven moet worden beschouwd als de ‘lidstaat van registratie’ van dit schip. Deze lidstaat is de ‘lidstaat waar het risico is gelegen’ in de zin van het EU-recht.

The North of England P & I Association Ltd. biedt wereldwijd maritieme verzekeringen aan. North of England sluit onder andere verzekeringsovereenkomsten met veertien Duitse scheepvaartondernemingen. De schepen van deze scheepvaartondernemingen zijn ingeschreven in het scheepsregister van het Amtsgericht Hamburg. Tijdens een controle stelt de Duitse Belastingdienst vast dat North of England geen belasting op verzekeringspremies heeft geïnd over de door haar ontvangen verzekeringspremies. De Belastingdienst legt dan ook een aanslag in de belasting op verzekeringspremies op aan North of England. Die is het daar niet mee eens, omdat de risico’s die verband houden met de zeeschepen die eigendom zijn van de scheepvaartondernemingen, niet in Duitsland zijn gelegen. Volgens de Belastingdienst moet echter worden aangesloten bij de inschrijving in een register. De Duitse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de lidstaat die het scheepsregister bijhoudt waarin het schip is ingeschreven moet worden beschouwd als de ‘lidstaat van registratie’ van dit schip. Deze lidstaat is de ‘lidstaat waar het risico is gelegen’ in de zin van art. 46 lid 2 EG-richtlijn 92/49 en art. 2 onderdeel d tweede streepje EG-richtlijn 88/357. Deze lidstaat is als enige bevoegd om belasting te heffen over de gestorte premies.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 16 april

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen