Rechtbank Gelderland oordeelt dat X een dienst verricht die bestaat uit het gelegenheid geven tot parkeren. Het is de modale consument van een combikaart namelijk te doen om het parkeren. Het openbaar vervoer naar het centrum is de bijkomende dienst, die het fiscale lot van de hoofddienst volgt.

De gemeente Utrecht exploiteert vier Parkeer- & Reis-locaties (transferia). Bezoekers van de transferia krijgen bij het inrijden een inrijkaart, die naar believen binnen een uur na ontvangst kan worden ingewisseld voor een combikaart. Met een combikaart kunnen maximaal vijf personen de gehele dag gebruik maken van het gemeentelijke openbaar vervoer binnen de gemeente Utrecht. De combikaart doet tevens dienst als uitrijkaart voor het transferium. Het parkeertarief bij de transferia bedraagt € 4,50. Het tarief van de combikaart bedraagt € 5. Met ingang van 1 januari 2014 moet de gemeente btw over de verkoop van de combikaarten voldoen naar het algemene tarief. Volgens de gemeente is echter het verlaagde btw-tarief van toepassing.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X een dienst verricht die bestaat uit het gelegenheid geven tot parkeren. Volgens de rechtbank is het de modale consument van een combikaart namelijk te doen om het parkeren. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat het openbaar vervoer naar het centrum de bijkomende dienst is, die het fiscale lot van de hoofddienst volgt. De rechtbank wijst er daarbij nogmaals op dat voor de modale consument het parkeren de hoofddienst vormt. Er is derhalve sprake van één dienst, die belast is tegen het algemene tarief.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 23 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen