Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat woningen die op de peildatum niet te huur worden aangeboden, niet kunnen worden aangemerkt als voor verhuur bestemde woningen. Dit geldt ook voor de twintig woningen die na 31 augustus 2014 maar vóór 31 december 2014 zijn verkocht of gesloopt.

X bv is eigenaresse en verhuurder van 10.486 sociale huurwoningen. Over 2014 is X bv € 4,7 mln aan verhuurderheffing verschuldigd. X is echter van mening dat zij geen verhuurderheffing is verschuldigd voor de 466 woningen die door haar in 2014 waren bestemd voor de verkoop of sloop, ook al was een aantal van die woningen op 1 januari 2014 wel bewoond. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de 76 woningen die op 1 januari 2014 leeg stonden, en bestemd waren voor de verkoop of sloop, niet zijn aan te merken als voor de verhuur bestemd als bedoeld in art. 1.2 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II. Deze woningen zijn in 2014 namelijk ook daadwerkelijk verkocht of gesloopt. De rechtbank vermindert de verhuurderheffing.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat woningen die op de peildatum niet te huur worden aangeboden, niet kunnen worden aangemerkt als voor verhuur bestemde woningen. Het hof wijst daarbij op het arrest van de Hoge Raad van 17 augustus 2018, nr. 17/04317 (V-N 2018/44.12). Volgens het hof geldt dit ook voor de twintig woningen die op 1 januari 2014 leeg stonden en voor verkoop of sloop waren bestemd, en die na 31 augustus 2014 maar vóór 31 december 2014 zijn verkocht of gesloopt en op de peildatum niet te huur zijn aangeboden. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen