A houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. Naast de aandelen in X bv exploiteert A ook een eenmanszaak (Z). Begin 2008 koopt X een Ford Transit en hij ruilt hierbij een Ford Focus in. De Focus behoorde tot het bedrijfsvermogen van Z. De nota met betrekking tot deze aankoop staat op naam van ‘Directie van Z Firma'. Medio 2008 wordt de auto op naam van X bv gezet. X bv brengt de voorbelasting op de auto in aftrek. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag op aan X bv. Hierbij wordt de afgetrokken voorbelasting in verband met de aanschaf van de Transit gecorrigeerd, en verder ook de voorbelasting in verband met de huur van een loods.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de voorbelasting niet aftrekbaar is, omdat de factuur niet voldoet aan de gestelde voorwaarden. Volgens de rechtbank moet de factuur namelijk de volledige naam en het volledige adres van de ondernemer en zijn afnemer vermelden. Nu de factuur op naam van ‘Directie van Z Firma' is gesteld, is de btw niet aftrekbaar voor X bv. Ten aanzien van de voorbelasting van de loods overweegt de rechtbank dat deze ook niet aftrekbaar is. De rechtbank wijst er hierbij op dat een factuur ontbreekt, dat er geen huurovereenkomst is en dat niet is geopteerd voor belaste verhuur. Verder maakt X bv ook niet aannemelijk dat zij de huurder is van de loods. De naheffingsaanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15 + 35a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 8 mei