Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X slechts 2% overdrachtsbelasting hoeft te voldoen. De onroerende zaak kwalificeert, ondanks het gebruik als opvang- en adviescentrum voor drugsverslaafden, op het moment van levering als woning.

X koopt in 2015 een onroerende zaak en voldoet 6% overdrachtsbelasting. X is echter van mening dat de onroerende zaak een woning is en dat hij slechts 2% overdrachtsbelasting hoeft te voldoen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de onroerende zaak op het moment van levering als woning kwalificeert, en dat X slechts 2% overdrachtsbelasting hoeft te voldoen. De rechtbank overweegt daarbij dat de onroerende zaak in 1917 is gebouwd en tot enig moment is gebruikt als woning (dubbele dienstwoning voor militairen). Verder acht de rechtbank van belang dat op het moment van levering alle voorzieningen aanwezig waren om in de onroerende zaak te kunnen wonen. Ook overweegt de rechtbank dat het feit dat de onroerende zaak tot 2014 dienst heeft gedaan als opvang- en adviescentrum voor drugsverslaafden, er niet toe heeft geleid dat de aard van de onroerende zaak, een woning, is gewijzigd. Volgens de rechtbank wijzigt de wijze van gebruik van de ruimten (afgifteruimte, chillkamer en rustruimten) de aard van de woning namelijk niet. Het gelijk is aan X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen