Rechtbank Den Haag oordeelt dat de door X voor de bv verrichte werkzaamheden meer dan normaal actief vermogensbeheer omvatten. X heeft dan recht op de voorwaardelijke vrijstelling van successierecht.

Belanghebbende, X, en zijn broer, A, en zijn vader, Z, houden de aandelen in Y bv. Y bv exploiteert en ontwikkelt onroerende zaken. Z exploiteert verder in privé ook nog enkele panden. Na het overlijden van Z worden de aandelen in de bv's toegedeeld aan X en A, en de panden aan C, de dochter van A. In geschil is of de voorwaardelijke vrijstelling successierecht van toepassing is op de verkrijging van de aandelen.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X recht heeft op de voorwaardelijke vrijstelling van successierecht. Volgens de rechtbank is het geheel van de door X voor de bv verrichte werkzaamheden namelijk van dien aard dat sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. De rechtbank overweegt daarbij onder andere dat van de boekwaarde van € 2 miljoen op de overlijdensdatum, circa € 1,75 miljoen was gefinancierd. Volgens de rechtbank zouden banken bij vermogensbeheer een dergelijk hoge financiering niet toestaan. De rechtbank vermindert de aanslag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35b en 35c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 maart

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen