Belanghebbende, X, en zijn broer, A, en zijn vader, Z, houden de aandelen in Y bv. Y bv exploiteert en ontwikkelt onroerende zaken. Z exploiteert verder in privé ook nog enkele panden. Na het overlijden van Z worden de aandelen in de bv's toegedeeld aan X en A, en de panden aan C, de dochter van A. In geschil is of de voorwaardelijke vrijstelling successierecht van toepassing is op de verkrijging van de aandelen.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X recht heeft op de voorwaardelijke vrijstelling van successierecht. Volgens de rechtbank is het geheel van de door X voor de bv verrichte werkzaamheden namelijk van dien aard dat sprake is van meer dan normaal actief vermogensbeheer. De rechtbank overweegt daarbij onder andere dat van de boekwaarde van € 2 miljoen op de overlijdensdatum, circa € 1,75 miljoen was gefinancierd. Volgens de rechtbank zouden banken bij vermogensbeheer een dergelijk hoge financiering niet toestaan. De rechtbank vermindert de aanslag.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 18 maart