De voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat inzage in de zaakstukken een fundamenteel recht is in de bezwaarfase. De wettelijke regeling biedt ruimte om niet alle stukken ter inzage te verstrekken. De procesbeslissing van de inspecteur inzake de inzage leent zich niet goed voor een voorlopige voorziening, maar kan in beroep tegen de uitspraak op bezwaar aan de orde komen.

De inspecteur legt aan X navorderingsaanslagen IB/PVV, belastingrentebeschikkingen en vergrijpboeten op over de jaren 2009 en 2010. X komt in bezwaar en gaat akkoord met een verlenging van de beslistermijn onder de voorwaarde dat hij inzage krijgt in alle stukken. Na de inzage stelt X dat de inspecteur stukken achterhoudt en stapt hangende de bezwaarpocedure naar de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat inzage in de zaakstukken een fundamenteel recht is in de bezwaarfase. De wettelijke regeling biedt ruimte om niet alle stukken ter inzage te verstrekken. De procesbeslissing van de inspecteur inzake de inzage leent zich niet goed voor een voorlopige voorziening, maar kan in beroep tegen de uitspraak op bezwaar aan de orde komen. Het verzoek is ongegrond.

Lees ook het thema Op de zaak betrekking hebbende stukken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Algemene wet bestuursrecht 8:81

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Informatiesoort: VN Vandaag

Editie: 29 december

213

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen