Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de vrijstelling voor cultuurgrond e.d. in de OZB niet van toepassing is, omdat X het perceel niet bedrijfsmatig exploiteert. Wel is vrijgesteld het deel van het perceel in beheer bij het waterschap. .

X is eigenaar van een (half) vrijstaande bedrijfswoning met ondergrond, tuin en verdere aanhoren, alsmede een naastgelegen perceel tuinbouwgrond met glasareaal. De gemeente stelt de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2008 vast op € 407.000. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de vrijstelling voor cultuurgrond dan wel voor kassen in de OZB niet van toepassing is, omdat het perceel door X niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd. Het hof is wel van oordeel dat aannemelijk is dat dit gedeelte van het perceel in beheer is bij het waterschap, zijnde een publiekrechtelijk lichaam, in de zin van de vrijstelling van art. 220d, eerste lid, aanhef en onderdeel g, Gemeentewet, en dat de aan dit gedeelte van de onroerende zaak toe te kennen waarde buiten aanmerking dient te blijven. Dit kan X echter niet baten, omdat ook met inachtneming hiervan de waarde van de onroerende zaak, gelet op het taxatierapport van de gemeente, hoger is dan de vastgestelde waarde van € 407.000. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Gravenhage

4

Gerelateerde artikelen