Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X ter zake van de erfrechtelijke verkrijging van het appartement van zijn moeder zich niet kan beroepen op de waarderingsregel voor serviceflats. 

Belanghebbende, X, is het er niet mee eens dat de Belastingdienst bij het bepalen van de aanslag erfbelasting de woning die hij erft, waardeert op de WOZ-waarde.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X ter zake van de erfrechtelijke verkrijging van het appartement van zijn moeder zich niet kan beroepen op de waarderingsregel voor serviceflats. Volgens het Besluit van 2 juli 2013, nr. BLKB 2013/791M, V-N 2013/35.26 kan voor de waardering van een serviceflat uitgegaan worden van de waarde in het economische verkeer indien deze waarde in belangrijke mate (30%) afwijkt van de WOZ-waarde van de serviceflat. Het onderhavige appartement is weliswaar, net zoals de serviceflats een woning, maar het is geen woning met extra voorzieningen die het woongenot voor de persoon beïnvloeden en die verplicht worden afgenomen. In dat opzicht is er dan ook geen sprake van gelijke gevallen. De verplichte waardering op de WOZ-waarde is niet in strijd met art. 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (HR 21 februari 2014, nr. 13/00455, V-N 2014/12.18). De rechtbank verwerpt het beroep van X op HR 3 april 2015, nr. 13/04247, V-N 2015/19.13 (dit betrof opeenstapeling van forfaits) en de uitspraak van Hof 's-Hertogenbosch van 20 maart 2015, nr. 13/00842, V-N Vandaag 2015/663 (betrof inkomstenbelasting).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 25-5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 juni

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen