X bv verschilt met de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen van mening over de WOZ-waarde van twee treinstations.
Hof Arnhem-Leeuwarden benadrukt in een procedure over de WOZ-waarde van twee treinstations dat de landelijke taxatiewijzers slechts hulpmiddelen zijn bij het bepalen van de WOZ-waarde van (incourante) objecten. Het staat de gemeente vrij om in een voorkomend geval gemotiveerd van een taxatiewijzer af te wijken. In dit geval verklaart de heffingsambtenaar geloofwaardig dat in gevallen waarin de bouwkosten van liftinstallaties niet te hoog zijn deze, overeenkomstig hetgeen in de taxatiewijzer is vermeld, geacht worden te zijn begrepen in de waarden van de perrons. Nu de bouwkosten van de onderwerpelijke liftinstallaties aanzienlijk zijn (respectievelijk circa 2,5 en 3,5 keer de waarden uit de taxatiewijzer), verzet zich er niets tegen om deze liftinstallaties afzonderlijk op de berekende bouwkosten te waarderen. Het hof ziet geen ruimte om de liftinstallaties bij de stations uit te zonderen van de waardebepaling nu niet in geschil is dat X bv niet in aanmerking komt voor toepassing van de uitzondering van art. 2 onderdeel d Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ. Het hoger beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 juni