Mevrouw X woont in een huurwoning. In verband met haar lichamelijke en visuele handicap wordt de woning in 2012 op medisch voorschrift aangepast.De kosten hiervan (exclusief inrichtingskosten) zijn € 12.846. X ontvangt hiertoe € 8.500 aan schenkingen van diverse stichtingen. De WOZ-waarde van de woning is op de waardepeildatum 1 januari 2012 € 155.000 en op 1 januari 2013 € 159.000. In geschil is of de kosten van de woningaanpassing aftrekbaar zijn. De inspecteur laat slechts € 780 in aftrek toe, aangezien niet alle kosten op X drukken en de WOZ-waarde van de woning door de verbouwing is gestegen (art. 6.17 lid 2 letter a Wet IB 2001). Rechtbank Gelderland stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat met de waardestijging rekening moet worden gehouden, ook al is onduidelijk of, wanneer en in welke mate de verhuurder X hiervoor zal compenseren. Niet in geschil is dat voor het vaststellen van de waardestijging door de verbouwing moet worden aangesloten bij de stijging van de WOZ-waarde. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 april