Belanghebbende, X, heeft paranoïde schizofrenie. Hij geniet in 2008 een Wajong-uitkering van € 13.528. In 2010 wordt X strafrechtelijk veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Bij de aanslagregeling wijkt de inspecteur af van de aangifte met € 25.000 aan resultaat uit overige werkzaamheden in verband met de aanschaf van een BMW in 2008. Ook legt hij een vergrijpboete van 50% op. In beroep stelt X dat de bewijslast ten onrechte is omgekeerd en verzwaard, mede gelet op zijn medische indicatie, en het misbruik dat criminelen van hem hebben gemaakt. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat gelet op het bestedingspatroon van X, nl. de aankoop van een BMW en de koop van een vliegticket in het hoogseizoen, het aannemelijk is dat X, naast zijn Wajong-uitkering druginkomsten heeft genoten die zowel relatief als absoluut van substantiële omvang zijn geweest. Volgens de rechtbank heeft X de vereiste aangifte niet gedaan, is de bewijslast terecht omgekeerd en is de aanslag gebaseerd op een redelijke schatting. Ook de boete is passend en geboden aldus de rechtbank.
Hof 's-Gravenhage bevestigt in hoger beroep de zienswijze van de rechtbank evenals de gronden waarop die gebaseerd is. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e