Hof Den Haag handhaaft de naheffingsaanslag parkeerbelasting en overweegt daarbij dat de keuze van X om niet met muntgeld te betalen voor zijn rekening moet komen.

X parkeert zijn auto op 9 februari 2011 om 16:53 uur op een parkeerplaats aan de Theresiastraat te Den Haag, ter hoogte van het perceel met het huisnummer 41. Deze locatie is door burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag aangewezen als een parkeerplaats voor betaald parkeren. Een parkeercontroleur constateert dat er in de auto geen geldig parkeerkaartje of een geldige vergunning aanwezig is en legt een naheffingsaanslag parkeerbelasting aan X op.

Hof Den Haag handhaaft de naheffingsaanslag parkeerbelasting en overweegt daarbij dat de keuze van X om niet met muntgeld te betalen voor zijn rekening moet komen. Tijdens de zitting bij het hof is vast komen te staan dat X over voldoende pasmunt beschikte, maar er bewust voor heeft gekozen de belasting niet op die wijze te voldoen, maar eerst de andere parkeermeters op te zoeken om daar te proberen met chipknip te betalen. De weigering van X om contant te betalen is een aangelegenheid die in zijn risicosfeer ligt en die de verplichting om parkeerbelasting te betalen niet kan afweren. Voor zover X zich beroept op afwezigheid van alle schuld, dan faalt dit beroep omdat een dergelijk verweer alleen kan strekken tot het afweren van een boete of straf en dat de parkeerbelasting noch de vergoeding voor de gemaakte kosten hieronder vallen. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 11 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen