Er is geen gat in de Wet normering topinkomens. Dit antwoordt Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen van de Tweede Kamerleden Kerstens en Groot (beiden PvdA). 

Brief minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nr. 2014-0000490159, 24 september 2014

Kerstens en Groot willen weten of het waar is dat als gevolg van het niet langer opnemen van de werkkosten in het WNT-loon het voor topfunctionarissen mogelijk wordt om vele duizenden euro's meer te verdienen dan de norm. Plasterk meldt dat dit niet mogelijk is omdat voor het aanwijzen van vergoedingen of verstrekkingen als eindheffingsbestanddeel een zogenoemd gebruikelijkheidscriterium geldt. De uitvoering daarvan en het toezicht daarop ligt bij de inspecteur van de Belastingdienst. In de praktijk hanteert de Belastingdienst bij de beoordeling van het gebruikelijkheidscriterium een doelmatigheidsgrens van €2400 per persoon per jaar. Het voor vele duizenden euro's overhevelen van bonussen of ander loon in geld naar eindheffingsbestanddelen is daarmee niet mogelijk. De Staatssecretaris van Financiën heeft wel toegezegd te onderzoeken of het gebruikelijkheidscriterium in dit kader nadere aanscherping behoeft. Verder zal Plasterk onderzoeken op welke wijze in het huidige WNT-normenkader verder verduidelijkt kan worden dat dergelijke schijnconstructies of oneigenlijk gebruik van individualiseerbare eindheffingsbestanddelen nooit zijn toegestaan.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 29 september

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen