Voorgesteld wordt om de rechtsmacht in de geschillen die thans in hoogste aanleg tot de rechtsmacht behoren van de CRvB, onder te brengen bij de gewone rechterlijke macht. Verder wordt de rechtsmacht in de geschillen die thans tot de competentie behoren van het CBb, over te laten gaan naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). De onderbrenging van CRvB-geschillen in de gewone rechterlijke macht krijgt vorm door de toedeling van rechtsmacht aan de vier gerechtshoven en het openstellen van beroep in cassatie bij de Hoge Raad. Dit laatste betekent dat de cassatietaak van de Hoge Raad in zijn hoedanigheid van bestuursrechter wordt uitgebreid met bestuursrechtelijke zaken op het terrein van onder andere sociale zekerheid. Ook sprongcassatie in deze zaken wordt mogelijk. Ten slotte wordt voorzien in een algemene regeling over beroep in cassatie in bestuursrechtelijke zaken, op te nemen in de Awb, waarmee de bijzondere regeling in de AWR op enkele specifieke bepalingen na komt te vervallen.
[Nieuwsbron][Nieuwsbron][Nieuwsbron][Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Editie: 25 januari