De berekening van de beslagvrije voet wordt eenvoudiger en het proces van beslaglegging wordt zodanig ingericht dat beslagleggende partijen beter op de hoogte zijn van elkaars incassoactiviteiten. Dat staat in het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet dat aan de Tweede Kamer is aangeboden door staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie.
De huidige regeling voldoet in de praktijk niet doordat de vaststelling van de hoogte van de beslagvrije voet te ingewikkeld is. Deze regeling vergt veel gegevens die vooral door de schuldenaar zelf moeten worden verstrekt. Dit gaat in het overgrote deel van de gevallen niet goed.
Het ingediende wetsvoorstel neemt de belangrijkste knelpunten van de huidige regeling weg. De beslagvrije voet kan aan de hand van de leefsituatie van de schuldenaar en het inkomen van hem en zijn eventuele partner worden vastgesteld. Kern van het systeem is dat deze gegevens uit bestaande registraties kunnen worden gehaald, en niet langer door de schuldenaar zelf hoeven te worden verstrekt.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering
Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Editie: 28 december