De Tweede Kamer heeft op 28 juni 2022 het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten aangenomen.

Met de in dit wetsvoorstel opgenomen maatregel wordt het moment van heffing van de belasting verschoven naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn. Op dat moment kan een deel van de aandelenoptierechten - indien nodig - wel worden verkocht en kan de belastingplichtige daarmee over liquide middelen beschikken om zijn verschuldigde belasting te betalen. Aangezien niet in alle gevallen sprake is van een gebrek aan liquiditeiten voorziet het wetsvoorstel ook in een keuzeregeling voor de werknemer. Onder voorwaarden en naar keuze van de werknemer vindt heffing dan, net als nu, plaats bij uitoefening.

De Tweede Kamer nam drie moties aan. Hierin wordt de regering verzocht: Te bezien welke belemmeringen er bestaan om winstdelingsregelingen breder toegankelijk te maken voor alle werknemers; In de monitoring van de effecten van de maatregel op de inzet van aandelenoptierechten een onderscheid te maken in omvang van bedrijven; Na drie jaren na inwerkingtreding een reflectietoets uit te voeren. In de evaluatie moet onderscheid worden gemaakt tussen start-ups en scale-ups enerzijds en grotere bedrijven anderzijds.

Lees ook het thema Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten (35929).

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 10a

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2021

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 29 juni

30

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen