Rechtbank Gelderland oordeelt dat er sprake is van een vermomde winstuitdeling van C bv aan haar aandeelhouder X ter zake van werkzaamheden van X voor G en H. Dat C bv de omzet uit deze werkzaamheden ten goede heeft laten komen aan D Ltd heeft enkel te maken met het feit dat X tevens aandeelhouder is van laatstgenoemde vennootschap.

Belanghebbende, X, is directeur-grootaandeelhouder van C bv. Verder is hij enig aandeelhouder van D Ltd.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat er sprake is van een vermomde winstuitdeling van C bv aan X ter zake van werkzaamheden van X voor G en H. Nu X niet in dienstbetrekking is bij D Ltd concludeert de rechtbank dat X de werkzaamheden ten behoeve van G en H heeft verricht vanuit zijn dienstbetrekking bij C bv. Deze vennootschap heeft de omzet uit deze werkzaamheden echter niet verantwoord in haar jaarrekening of aangifte. De facturen voor de werkzaamheden staan op naam van D Ltd. Dat de omzet ten goede is gekomen van deze vennootschap laat zich enkel verklaren door de persoonlijke belangen van X die aandeelhouder is van zowel C bv als D Ltd. Er is sprake van een vermomde winstuitdeling van C bv aan X (vgl. HR 6 oktober 2011, nr. 11/00762, V-N 2013/3.16). Dat een van de klanten niet heeft betaald, doet voor de omvang van de in aanmerking te nemen winstuitdeling niet ter zake. Verder heeft de inspecteur naast de correctie in verband met de winstuitdeling terecht het gebruikelijk loon gecorrigeerd. De rechtbank verwerpt het standpunt van X dat het niet mogelijk (of niet redelijk) is om naast de winstuitdeling ter grootte van de omzetcorrectie nog fictief loon in aanmerking te nemen. Op grond van het voorgaande verklaart de rechtbank het beroep met toepassing van omkering van de bewijslast ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Wet op de loonbelasting 1964 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 4 februari

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen