Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur het woningaandeel van eiser en zijn echtgenote terecht in box 3 heeft opgenomen, nu een woningaandeel van 35% te weinig is voor toepassing van de eigenwoningregeling.
X en zijn echtgenote, zwager en schoonzus zijn gezamenlijk eigenaar van een woning. X en zijn echtgenote bezitten samen 35% van de woning. Beide echtparen wonen in hun eigen deel van de woning. Er is geen sprake van een gemeenschappelijke huishouding. De woning is niet kadastraal gesplitst. X geeft het woningaandeel van hem en zijn echtgenote aan in box 1 in de aangifte IB/PVV 2017. De inspecteur plaatst het aandeel in box 3. In geschil is of het aandeel van de woning van X en zijn echtgenote in box 1 of box 3 valt.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur het woningaandeel van eiser en zijn echtgenote terecht in box 3 heeft opgenomen. Vast staat dat X en zijn echtgenote voor minder dan 50% eigenaar zijn van de woning. Op grond van art. 3.111 Wet IB 2001 moet de waardeverandering de belastingplichtige en zijn partner grotendeels, dat wil zeggen voor ten minste 50%, aangaan. Omdat X en zijn echtgenote hier niet aan voldoen kan hun aandeel in de woning niet worden gekwalificeerd als eigen woning.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 8 maart
Carrousel: Carrousel