X maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2011 van zijn woning. In een hoorgesprek verzoekt hij tevens om ambtshalve verlaging van de WOZ-waarden over de jaren 2008 tot en met 2010. In de uitspraak op bezwaar van 29 december 2011 wordt de WOZ-waarde 2011 verlaagd tot een waarde waarmee X kan leven. Nadat X in een telefoongesprek nogmaals de aandacht heeft gevestigd op de waarden van voorgaande jaren, volgt op 19 januari 2012 een schrijven van de heffingsambtenaar met als titel "Aanvulling uitspraak Bezwaar waardebeschikking 2011". In dit schrijven geeft de gemeente aan dat de WOZ-waarden van 2008 tot en met 2010 niet worden verlaagd. X stelt tegen het schrijven van 19 januari 2012 beroep in bij Rechtbank Breda.
Rechtbank Breda verklaart het beroep wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk omdat X tegen de WOZ-waarde 2011 geen grieven meer heeft. Het beroep van X is in feite gericht tegen de weigering van de gemeente om over de voorgaande jaren ambtshalve vermindering te verlenen, maar tegen deze beslissing van de gemeente staat geen beroep bij de belastingrechter open. De rechtbank vindt het wel begrijpelijk dat X door de gebruikte titel "Aanvulling uitspraak Bezwaar waardebeschikking 2011" in verwarring is gebracht en beroep heeft ingesteld en vindt hierin aanleiding de heffingsambtenaar te veroordelen het griffierecht aan X te vergoeden.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Breda