Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het taxatierapport en de daarbij gegeven toelichting heeft voldaan aan de bewijslast dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X is eigenaar en gebruiker van een melkveebedrijf met een bedrijfswoning. Bij WOZ-beschikking is de waarde van de onroerende zaak per peildatum 1 januari 2018 vastgesteld op € 431.000, voor het jaar 2019. X bestrijdt de WOZ-waarde en de aanslagen onroerendezaakbelasting. Nadat de rechtbank het beroep van X ongegrond heeft verklaard, gaat X in beroep bij het hof.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2022/661) oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is. De vastgestelde WOZ-waarde is door de heffingsambtenaar onderbouwd met een taxatierapport dat aan de wettelijke voorwaarden voldoet, en is niet te hoog vastgesteld. De WOZ-waarde is al gecorrigeerd vanwege niet aanwezige uitbreidingmogelijkheden, ligging, sloopkosten van de bijgebouwen en voor het opruimen van asbest. Voor verdere correcties ziet het hof geen aanleiding. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Dossiers: Agro

Instantie: Hoge Raad

15

Gerelateerde artikelen