X is op 1 januari 2008 eigenaar en gebruiker van een woonhuis met garage aan de A-straat 7. Daarnaast is hij eigenaar van een stuk grond op A-straat 9 met daarop een opslagloods die X verhuurt aan een derde. Op 30 maart 2007 heeft X twee percelen aangekocht die zijn gelegen schuin achter, respectievelijk naast A-straat 9. Deze twee percelen grenzen niet aan het huisperceel van X noch zijn zij daar op enige wijze fysiek mee verbonden. Tussen het huisperceel van X en het door hem aangekochte perceel is een oprit naar de opslagloods van A-straat 9 welke oprit ook behoort tot het perceel van A-straat 9. Ten tijde van de aankoop van de twee percelen had X het voornemen hierop een voor de verhuur bestemde bedrijfsruimte te (laten) bouwen. De heffingsambtenaar heeft het huisperceel van X samen met de twee aangekochte percelen bestempeld als samenstel en hieraan een WOZ-waarde 2008 toegekend van € 381.000.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte het huisperceel en de twee door X in 2007 aangekochte percelen heeft aangemerkt als een samenstel. De heffingsambtenaar op wie de bewijslast rust heeft niet gesteld, laat staan gemotiveerd, op grond van welke omstandigheden de percelen bij elkaar horen. Het hof overweegt hierbij dat X de twee percelen heeft aangekocht met als doel om hierop een voor de verhuur bestemde bedrijfsruimte te stichten en X dit voornemen spoedig na verkrijging van de percelen ook ten uitvoer heeft gebracht. Het hof wijzigt de WOZ-beschikking zodanig dat deze alleen nog maar betrekking heeft op het huisperceel. De WOZ-waarde wordt verminderd tot € 306.200.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch