Hof Arnhem oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van het bedrijfspand van X bv niet aannemelijk heeft gemaakt.

Belanghebbende, X bv, is huurder van een bedrijfspand met drie bouwlagen en een kelder in de gemeente Arnhem. X bv gebruikt het pand als winkel- en opslagruimte en als kantoor voor haar winkelactiviteiten. De huur van het pand bedraagt op 1 oktober 2003 € 84.000 en wordt daarna jaarlijks geïndexeerd. Op de waardepeildatum bedraagt de feitelijke huurprijs € 92.000 exclusief btw per jaar. In geschil is de WOZ-waarde 2009 van het pand.

Hof Arnhem oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van het bedrijfspand van X bv niet aannemelijk heeft gemaakt. De heffingsambtenaar stelt terecht dat het eigen huurcijfer relatief ver verwijderd is van de waardepeildatum. Het hof oordeelt dat deze huurprijs, geïndexeerd naar de waardepeildatum, daarom niet zonder meer bruikbaar is. Het hof acht het echter niet aannemelijk dat het eigen huurcijfer in een kleine vier jaar (van 1 oktober 2003 tot 1 januari 2008) nagenoeg zou zijn verdubbeld van € 84.000 per jaar naar ruim € 163.000 per jaar zoals de heffingsambtenaar in zijn berekening stelt. Het hof overweegt verder nog dat de heffingsambtenaar in zijn berekening ten onrechte de winkelmeters op de verdiepingen niet afstaffelt. Deze berekening leidt tot de merkwaardige uitkomst dat winkelruimtes op de verdiepingen een hogere waarde krijgen dan winkelruimtes op de begane grond. Wat betreft de taxatie van X bv overweegt het hof dat de kapitalisatiefactor van 13,5 aan de lage kant is. Het hof verlaagt de WOZ-waarde van € 1.635.000 naar € 1.400.000.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

3

Gerelateerde artikelen