Belanghebbende, X, koopt in 2009 een nieuwbouwwoning gelegen in de gemeente Breda voor een vrij-op-naamprijs van € 600.000. De meerkosten bedragen afgerond € 100.000. De woning wordt in 2009 opgeleverd en is in 2010 gereed. Partijen verschillen van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2010 (waardepeildatum 1 januari 2009). De heffingsambtenaar verdedigt op basis van een taxatierapport met verkoopcijfers van vergelijkbare woningen een waarde van € 1.025.000. X komt in zijn beroepschrift op basis van een taxatierapport op een waarde van € 825.000, maar bepleit ter zitting een waarde van € 700.000.
Rechtbank Breda veegt de taxatie van de gemeente Breda van tafel en oordeelt dat de WOZ-waarde in lijn met de vrij-op-naamprijs moet worden vastgesteld op € 700.000. Nu de woning voldoende dicht bij de waardepeildatum is verkocht, moet ervan worden uitgegaan dat de waarde in het economische verkeer overeenkomt met de prijs die X voor de woning heeft betaald. Het door de heffingsambtenaar van de gemeente overgelegde taxatierapport valt op geen enkele wijze te rijmen met de prijs die X voor de woning heeft betaald. Het beroep van X is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Breda