Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de WOZ-waarde van € 785.000 niet te hoog is voor het tussenherenhuis van X.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een tussenherenhuis met schuur en kelder gelegen in de gemeente Den Haag. De bruto vloeroppervlakte van de woning en van de kelder samen is ongeveer 279 m² en de oppervlakte van het perceel is 335 m². X verschilt met de heffingsambtenaar van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2010. De gemeente verdedigt een waarde van € 785.000, X bepleit een waarde van € 650.000.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de WOZ-waarde van € 785.000 niet te hoog is voor het tussenherenhuis van X. Uit het taxatieverslag blijkt namelijk dat drie vergelijkbare woningen rond de peildatum 1 januari 2009 zijn verkocht voor bedragen van € 937.000, € 1.020.000 respectievelijk € 922.500. Met de verschillen in aard en ligging tussen de woning van X en deze vergelijkingswoningen heeft de heffingsambtenaar naar het oordeel van het hof voldoende rekening gehouden. X heeft zelf ook een aantal verkoopcijfers genoemd, maar uit deze verkopen blijkt niet dat de WOZ-waarde van zijn woning te hoog is vastgesteld. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen