Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een onroerende zaak bestaande uit een winkelruimte met een oppervlakte van 155 m² (a-straat 1) en een pand met vijf bouwlagen (a-straat 2). Vanaf november 2006 verhuurt X bv a-straat 1 aan een derde voor € 35.000 per jaar. In 2009 verkoopt X bv de gehele onroerende zaak aan haar directieleden voor een bedrag van € 650.000. Rechtbank Utrecht verlaagt in beroep de WOZ-waarde van a-straat 1 van € 349.500 naar € 320.500 en die van a-straat 2 van € 164.500 naar € 140.000.
Hof Arnhem oordeelt in hoger beroep dat de WOZ-waarden van de winkelpanden a-straat 1 en a-straat 2 verder moeten worden verlaagd. De heffingsambtenaar is er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de eigen huurprijs van a-straat 2 niet zakelijk is. De enkele omstandigheid dat X bv de reeds bestaande huurovereenkomst met de zittende huurder tegen dezelfde prijs heeft voortgezet, rechtvaardigt niet de conclusie dat die huurprijs onzakelijk is. Ook maakt de heffingsambtenaar niet aannemelijk dat de kapitalisatiefactor ten minste 10,8 moet bedragen. Het hof besluit de door X bv bepleite waarden te volgen en verlaagt de WOZ-waarden nar € 273.000 respectievelijk € 122.000.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem