Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente met de verkoopprijzen van de referentiewoningen aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is.

Belanghebbenden zijn eigenaren van een vrijstaande woning uit 1930, gelegen buiten de bebouwde kom. Een groot deel van de grond waarop de woning is gelegen, heeft de bestemming natuur en landschap. In geschil is de WOZ-waarde van de woning voor belastingjaar 2009. De gemeente Bloemendaal verdedigt de vastgestelde waarde van € 1.220.000.

Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente met de verkoopprijzen van de referentiewoningen aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is. Het hof schuift twee verkoopprijzen als tardief terzijde die de gemeente op zitting noemt en die moeten aantonen dat de in de matrix gehanteerde prijs per kubieke meter voor de woning van belanghebbenden te laag is. Aan de hand van de drie verkoopcijfers die de gemeente al in het rapport heeft genoemd acht het hof evenwel aannemelijk dat de WOZ-waarde niet te hoog is. Het maakt daarbij volgens het hof niet uit dat de referentiewoningen niet de bestemming natuur hebben en/of niet buiten de bebouwde kom zijn gelegen. Het ontbreken (op grond van het bestemmingsplan) van uitbreidingsmogelijkheden is geen reden voor verlaging van de WOZ-waarde, te meer nu de woning van belanghebbenden in het verleden al is uitgebouwd. Belanghebbenden klagen er terecht over dat de rechtbank één van hun grieven onbehandeld heeft gelaten, maar het Hof oordeelt dat belanghebbendes stelling faalt.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

3

Gerelateerde artikelen