Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de WW-uitkering die deels ziet op 2015 volledig tot het verzamelinkomen van 2016 heeft gerekend.

X ontvangt in 2016 een WW-uitkering over de periode van 7 december 2015 t/m 10 januari 2016. X is het er niet mee eens dat de inspecteur deze uitkering geheel tot het verzamelinkomen 2016 heeft gerekend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de WW-uitkering die deels ziet op 2015 volledig tot het verzamelinkomen van 2016 heeft gerekend. Op grond van art. 3.146 Wet IB 2001 worden periodieke uitkeringen waaronder WW-uitkeringen geacht te zijn genoten op het tijdstip waarop zij zijn ontvangen, verrekend, ter beschikking gesteld, rentedragend of vorderbaar en inbaar zijn geworden. Vaststaat dat de WW-uitkering over de periode van 7 december 2015 tot en met 10 januari 2016 in 2016 is uitgekeerd. Dit betaalmoment strookt met de WW-regelgeving waarin staat dat het UWV de uitkering per kalendermaand achteraf betaalt. X heeft geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat zij de uitkering niettemin geheel of gedeeltelijk reeds in 2015 heeft genoten. Dit betekent dat X de WW-uitkering van € 1.771 geheel in 2016 heeft genoten en dat de uitkering in dat jaar tot het verzamelinkomen dient te worden gerekend. Dat betaling in 2016 voor X nadelig uitpakt doordat haar toetsingsinkomen voor dat jaar hoger uitvalt dan verwacht, doet hieraan niet af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Wet inkomstenbelasting 2001 3.101

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen