Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de door mevrouw X aangevoerde feiten en omstandigheden in onvoldoende mate de conclusie rechtvaardigen dat zij niet in verzuim is geweest. De rechtbank heeft het beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Aan mevrouw X is een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een 100% verzuimboete van € 1509 opgelegd. Op 10 augustus 2012 heeft de inspecteur het bezwaar van X bij uitspraak op bezwaar afgewezen. Het op 2 oktober 2012 gedateerde beroepschrift is pas op 22 oktober 2012 door Rechtbank Den Haag ontvangen. In geschil is of het beroep terecht niet-ontvankelijk is verklaard. X stelt dat zij eind juli 2012 is verhuisd en dat een kopie van de uitspraak op bezwaar haar pas op 15 september 2012 heeft bereikt. Volgens X is zij niet direct in beroep gegaan, omdat haar was verteld dat het geen zin zou hebben en omdat zij in verwachting en ziek was.

Hof Den Haag (EK I, 4 april 2014, BK-13/00663, V-N 2014/30.2.1) oordeelt dat de door X aangevoerde feiten en omstandigheden in onvoldoende mate de conclusie rechtvaardigen dat zij niet in verzuim is geweest. X had de inspecteur namelijk niet in kennis gesteld van haar verhuizing, zodat de uitspraak op bezwaar naar het oude adres is verzonden. X is eind augustus 2012 telefonisch in kennis gesteld van de negatieve uitkomst. De kopie van de uitspraak op bezwaar moet haar vervolgens reeds begin september hebben bereikt. Ook al zou de beroepstermijn toen pas zijn ingegaan, ook dan is het beroep nog steeds te laat ingediend. De te late indiening van het beroepschrift is kennelijk te wijten aan het feit dat X er eerst geen heil in zag en dat het haar ook meer te doen was om een betalingsregeling. Het beroep van X is ongegrond. Aangezien ter zake van het hoger beroep ten onrechte een griffierecht is geheven van € 239 in plaats van € 118, wordt het verschil aan X gerestitueerd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 21 oktober

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen