Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Zweden in strijd met het EU-recht handelt door aftrek van rente op een concernlening van een niet ingezeten vennootschap te weigeren. Zweden acht de weigering terecht omdat de schuldverhouding voornamelijk tot stand is gebracht om een aanzienlijk belastingvoordeel te verkrijgen.

Het Zweedse Lexel AB maakt onderdeel uit van de Schneider Electric-groep. Tot deze groep behoren ook Schneider Electric Services International SPRL, Schneider Electric España SA en Bossière Finances SNC, een interne bank van de Schneider Electric-groep. Lexel, BF, SESI en SEE zijn allemaal, direct of indirect, dochterondernemingen van Schneider Electric Industries. In december 2011 koopt Lexel 15% van de aandelen in SESI van SEE. Zij gaat hiertoe een lening aan bij BF. BF gebruikt de rente die zij op de lening ontvangt om de verliezen te compenseren die waren geleden op activiteiten van de in Frankrijk gevestigde ondernemingen die deel uitmaken van de fe. De Zweedse Belastingdienst weigert de renteaftrek bij Lexel. De Zweedse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Zweden in strijd met het EU-recht handelt door aftrek van rente op een concernlening van een niet ingezeten vennootschap te weigeren. Zweden acht de weigering terecht omdat de schuldverhouding voornamelijk tot stand is gebracht om een aanzienlijk belastingvoordeel te verkrijgen. Ook gaat Zweden er vanuit dat dit belastingvoordeel niet zou zijn gerealiseerd wanneer beide vennootschappen in Zweden zouden zijn gevestigd, omdat dan de bepalingen voor groepsbijdragen van toepassing zouden zijn.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 21 januari

62

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen