'Benutten, betalen en besteden', zo typeert Bernard Schols de nieuwe uitvoeringsregeling met aanvullende voorwaarden voor de 'jubelton', oftewel de verhoogde schenkingsvrijstelling van € 100.000 voor de eigen woning. De hoogleraar Successierecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen spreekt van ingewikkelde, maar wel logische voorwaarden waarbij de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van de burger.
Ingewikkelde regeling
De verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning van € 100.000 (jubelton) heeft zijn comeback gemaakt en siert met ingang van 1 januari 2017 opnieuw de Successiewet. Aanvullende voorwaarden voor deze vrijstelling konden niet uitblijven en die zijn er dan ook gekomen. Eind december werd in de Staatscourant de
regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling schenk-en erfbelasting gepubliceerd. De aanvullende voorwaarden, zoals de onherroepelijkheid en onvoorwaardelijkheid van de schenking, één bestedingseis en een actieve meldingsplicht, blinken niet uit in eenvoud. "De regeling is nog best ingewikkeld", geeft Schols aan. "De staatssecretaris heeft niet voor niets maar liefst negen voorbeelden in de toelichting van de regeling opgenomen om een en ander te verduidelijken. Er zitten wat addertjes onder het gras in de voorwaarden, maar met de drie b's van 'benutten, betalen en besteden' in het achterhoofd komt men een heel eind."
Benutten
'Benutten' staat volgens Schols voor het gebruikmaken van de verhoogde schenkingsvrijstelling van € 100.000 voor de eigen woning met een mogelijkheid om deze over drie jaar te spreiden. "Men moet voor ogen houden dat de wetgever het systeem van opschortende en ontbindende voorwaarden heeft verlaten. Er is gekozen voor een sfeer van onvoorwaardelijk handelen. De schenking moet onherroepelijk en onvoorwaardelijk worden gedaan, anders is een beroep op de verhoogde schenkingsvrijstelling niet mogelijk. Op die regel is nog één uitzondering: de schenker mag de schenking doen onder de schriftelijk vastgelegde ontbindende voorwaarde dat de schenking vervalt als de begiftigde deze niet gebruikt voor de eigen woning. Door de hoofdregel van het onvoorwaardelijk handelen is een herroepelijke schenking – een in de praktijk vrij populaire en spannende schenkingsvorm – niet meer mogelijk. Eigen civielrechtelijke spelregels zijn verleden tijd."
Betalen
‘Betalen' staat voor de aanvullende voorwaarde dat het bedrag van de schenking daadwerkelijk door de schenker moet worden betaald. Schols: "Concreet betekent dit dat de vrijstelling niet kan worden toegepast als de schenker schenkt onder schuldigerkenning. Civielrechtelijk zou dit wel kunnen, maar fiscaalrechtelijk niet meer. De schenker zal het bedrag van de schenking meteen en zonder dralen moeten betalen, ongeacht of de begiftigde het geld ook direct besteedt aan de eigen woning. Boter bij de vis dus!"
Besteden
'Besteden' ziet op de verplichting om de schenking te gebruiken voor de eigen woning met als nabrander de bestedingstermijn van ruim twee jaar. De geschonken bedragen moeten uiterlijk in het tweede kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de eerste schenking is gedaan worden aangewend voor de eigen woning. "Besteden is dus soepel", legt Schols uit, "mits het bedrag maar binnen deze termijn wordt gebruikt voor de eigen woning. Het hoeft niet op stel en sprong. De eigen verantwoordelijkheid van de burger kan hier weleens een grote valkuil zijn. De begiftigde heeft feitelijk de vrijheid om de schenking ook tijdelijk voor iets anders te gebruiken. Die verleiding is voor sommigen groot. De schenker die problemen voorziet, kan dit voorkomen met de schriftelijke vastlegging dat de schenking wordt gedaan onder de ontbindende voorwaarde dat de schenking vervalt als het geschonken bedrag niet (tijdig) wordt besteed aan de eigen woning. Deze ontbindingsclausule geeft echter geen garantie voor 'keurig gedrag' van de kant van de begiftigde. Er is geen enkele verplichting om bij de schenking een ontbindingsclausule op te nemen en zelfs met clausule kan het geld feitelijk al aan iets anders zijn besteed."
Actieve meldingsplicht
De bal ligt overigens ook bij de begiftigde, want die heeft een actieve meldingsplicht. Is het geschonken bedrag niet of niet tijdig besteed aan de eigen woning, dan is hij verplicht dit te melden bij de inspecteur uiterlijk vóór 1 juni van het derde kalenderjaar volgend op het jaar waarvoor het beroep op de verhoogde vrijstelling is gedaan. Melding mag uiteraard ook eerder als al eerder duidelijk is dat de schenking niet is of niet zal worden besteed aan de eigen woning. Bovendien is er nog een extra veiligheid ingebouwd. Voor iedere schenking waarvoor een beroep op de verhoogde vrijstelling is gedaan, zal de begiftigde desgevraagd met schriftelijke bescheiden moeten doen blijken (voorheen was dit ‘aannemelijk maken') dat de schenking is besteed aan de eigen woning.
Aanslagtermijn
"Denk ook nog even aan de verlenging van de aanslagtermijn van drie naar vijf jaar bij schenkingen voor de eigen woning," waarschuwt Schols. "Door die bestedingstermijn van drie jaar is het redelijk dat de Belastingdienst voortaan twee jaar langer de tijd heeft voor het opleggen van de aanslag."
Extra aandachtspunt
En dan heeft Bernard Schols nog een aandachtspunt voor de praktijk. Ook die ziet op de bestedingstermijn. "De schenker mag het benutten van de vrijstelling uitsmeren over drie jaar, mits maar maximaal € 100.000 voor de eigen woning wordt geschonken. De bestedingstermijn gaat echter al lopen op het moment van de eerste schenking. De tijd om het laatste geschonken bedrag, de derde termijn, te besteden aan de eigen woning, is dus relatief kort. Men mag dan bij de eerste schenking al in de jubelsfeer zitten, maar een gewaarschuwd mens telt nog altijd voor twee."
Bron: Redacteur Marit Muller
121